Titel   : Black Mamba

Auteur  : Rosee Bentana

Jeugliteratuur

 

Verwerkingsopdracht ;

Interview; houd een interview met de hoofdpersonen van het boek. Stel 5 vragen en bedenk wat de hoofdpersoon zou antwoorden. Je moet informatie uit het boek aan de orde laten komen in je interview en het moet begrijpelijk zijn voor iemand die het boek niet gelezen heeft, Maak je lezers nieuwsgierig naar het boek, maar verklap ook niet te veel. Je begint met een inleiding waarin je uitlegt wie je interviewt en eindigt met een slot waarin je de geïnterviewde bedankt en eventueel een interview van het internet, uit een krant of tijdschrift als inspiratiebron gebruiken.

 

Leerdoelen ; kan de inleiding van de  interview  maken. Meijerink 3 F. Kan de vragen om de interview te maken goed formuleren en goed opletten  bij open en gesloten vragen. Meijerink 4 F. 

 Verwerking ;

Inleiding interview;

Ik zal Claire en Nikita interviewen, vraag 1, 2 en 3 zijn voor Claire bestemd en de overige vragen zijn voor Nikita. De meisjes zullen de ervaringen geven die bij u de haren overeind zal laten komen. Ik wil deze meisjes van harte bedanken voor hun medewerking die ze verlenen aan deze geweldige interview die een heleboel mensen aan zullen trekken om dit boek te gaan lezen. Ik heb als inspiratiebron, de carrière tijger gekozen, omdat het een goede leidraad heeft om een perfect interview te maken.(2,5pnt)

http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/modellen/interview

Vragen die horen bij de interview.

Vraag 1; Wat vindt u van de opdracht op het Caribische eiland Bonaire? (1,5pnt)

Vraag 2; Welk cadeau krijgt Nikita toegestopt op de luchthaven? (1,5pnt)

Vraag 3; Hoe komt het dat  Claire succes heeft bij de jongens? (1,5pnt)

Vraag 4; Wat vindt u van de onderzoek die de meisjes met de vier vrienden  gaan doen? (1,5pnt)

Vraag 5; Wat vindt u van de vele overschakelingen in het boek "Black Mamba". (1,5pnt)

Beoordeling/criteria;

bij elke vraag is de waardering  1.5 punten.

Inleiding 2.5 punten.

Totale score 5 x 1,5= 7,5 + 2,5 = 10 punten. 

 

 Toelichting ;

Het is van groot belang dat de leerlingen in de bovenbouw weten hoe de opbouw van een interview verloopt. Ook is het belangrijk voor hun te weten wat ze moeten doen bij deze opdracht. Het moet voor hun duidelijk zijn welke soort vragen ze gaan gebruiken bij de interview

Welke vragen zijn geschikt voor een interview? En welke vragen kun je beter niet stellen? Dat hangt af van het doel van je interview en de persoon die je ervoor uitkiest.

 

Informatie verzamelen bij zo een interview

De eerste stap naar een bruikbare vragenlijst is informatie verzamelen. Afhankelijk van het soort interview, is dat informatie over:

  • de te interviewen persoon:
    eerdere (vooral recente) interviews, andere publicaties over de person(en)
  • het gespreksonderwerp:
    publicaties van de te interviewen persoon of anderen, bijvoorbeeld over (recent) onderzoek, relaties of gebeurtenissen

Sturing bij deze opdracht

Vervolgens beslis je in hoeverre je het interview wilt sturen. Die keuze hangt af van het doel van het interview, de omstandigheden, de beschikbare tijd en de persoon van de geïnterviewde. In een ongestuurd interview draag je slechts een aantal gespreksthema's aan. Op die manier krijgt de geïnterviewde alle ruimte om zo veel of zo weinig te zeggen als hij zelf wil. Dit kan de sfeer in positieve zin bevorderen. Kies je voor een meer gestuurde vorm van interviewen, dan heb je een (meer of minder) gedetailleerde vragenlijst nodig. Deze vorm van interviewen is nuttig als je antwoord wilt krijgen op een aantal specifieke vragen of als je maar een beperkte tijd tot je beschikking hebt.

Houding bij deze opdracht

De houding die je aanneemt, kan van grote invloed zijn op de resultaten van een interview. In de vakliteratuur worden 3 houdingen onderscheiden:

  • Coöperatief: je 'helpt' de geïnterviewde zijn informatie zo goed mogelijk te formuleren. Daarom stel je vooral informerende en verduidelijkende vragen. Deze houding zal je weinig verrassende informatie opleveren.
  • Neutraal: je gedraagt je enigszins afstandelijk, maar niet onwelwillend. Daarom stel je zowel informatieve als kritische vragen. Een neutrale houding staat garant voor het verkrijgen van bruikbare, maar niet sensationele informatie.
  • Kritisch: je probeert de geïnterviewde uit zijn tent te lokken door vooral kritische en confronterende vragen te stellen. Met een kritische houding kun je spannende nieuwe informatie uit de geïnterviewde loskrijgen. Echter, als je te ver gaat kan de geïnterviewde dichtklappen.

Voor het interviewen van een expert is de neutrale houding het meest geschikt. Bij een journalistiek interview hangt de keuze voor een houding af van de persoon die je gaat interviewen en de doelen die je met het interview wilt bereiken.

De vragen

Daarna bedenk je de vragen of aandachtspunten voor het gesprek. Denk na over de volgorde waarin je de vragen stelt en het soort vragen dat je stelt.

Opbouw

De volgorde waarin je de vragen stelt, kan de antwoorden die je krijgt beïnvloeden. Dit geldt zowel voor de rangschikking van de onderwerpen, als voor de rangschikking van de vragen per onderwerp. Door een verkeerde vraag op een verkeerd moment kan de informant gefrustreerd raken of zelfs dichtklappen. Begin daarom makkelijk en eindig moeilijk. Begin bijvoorbeeld met kennisvragen, vraag dan naar opinies en eindig met vragen over gedrag. Andere opties zijn:

  • chronologische structuur: verleden > heden > toekomst;
  • probleemstructuur: probleem > oorzaken > gevolgen > oplossingen;
  • onderzoek structuur: probleemstelling > methode > resultaten > conclusies.

Soorten vragen

Open vragen
"Wat vindt u van de resultaten?"
"Kunt u iets vertellen over uw onderzoek?"

Met een open vraag geef je je gesprekspartner de ruimte om te vertellen wat hij belangrijk vindt. Hij kan zijn eigen antwoord formuleren en zelf de richting en inhoud van het gesprek bepalen. Als je open vragen gebruikt, heb je wel kans dat de ander (te) erg uitweidt over het onderwerp.

De waaromvraag is een speciaal type open vraag waarmee je je gesprekspartner aan kan zetten om zijn gedachten verder te verkennen. Zo'n vraag kan echter bedreigend op je gesprekspartner overkomen - alsof hij ter verantwoording wordt geroepen. Gebruik de waaromvraag dus met beleid.

 

Gesloten vragen bij deze opdracht.
"Vindt u dat er nog dit jaar een evaluatie plaats moet vinden van het beheersplan?"

"Vond je dat een mooi boek?"

Met een gesloten vraag kun je specifieke informatie van je gesprekspartner verkrijgen en je kunt nagaan of je de ander goed begrepen hebt. Een gesloten vraag levert een antwoord op als 'ja', 'nee' of een ander enkelvoudig antwoord, zoals 'leuk' of 'goed'. Dat kan prettig zijn, maar:

  • je gesprekspartner kan het gevoel krijgen dat hij beperkt wordt in zijn antwoorden en gefrustreerd raken
  • gesloten vragen kunnen suggestief zijn
  • je gesprekspartner krijgt een passieve rol, voelt zich daardoor misschien minder verantwoordelijk voor het gesprek, geeft steeds kortere antwoorden, en jij moet steeds weer nieuwe vragen bedenken.

 

Tips voor de volgende keer.

  • Stel niet meer dan 1 vraag tegelijk (vermijd meervoudige vragen)

 Persoonlijke ervaring en toelichting :

Ik vond het leuk deze verwerkingsopdracht te doen, aangezien ik nooit eerder een interview gehouden heb. Ik heb een 10 gescoord. Om deze opdracht goed te maken moeten de leerlingen een goede begeleiding krijgen, vooral bij het formuleren van de vragen, er moet goed op gelet worden welke vraagwoorden ze gebruiken en specifieke vragen stellen om te voorkomen dat de geïnterviewde person verstrikt raakt in de vraagstelling. vragen moeten duidelijk zijn. De leerdoelen worden getoetst aan de hand van de beoordeling die gekregen wordt bij het maken  van de interview. Ik zou deze les een volgende keer anders doen door maar een opdracht te laten doen.

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb